De N. V. Pijnenburg was een typisch Goirles bedrijf, weverij van linnen en jute artikelen, dat in 1850 werd gestart.
Goede periodes wisselden met moeilijke zoals de crisis van de jaren ’30 in de 20e eeuw. Textielarbeiders verdienden weinig, de waardering voor de beroepsgroep was erg laag én hun toekomst was verre van rooskleurig. Na de Tweede Wereldoorlog kozen veel textielarbeiders een ander beroep.
De fabrikanten daarentegen leefden op stand en trokken zich weinig aan van het gemor en geweeklaag in hun fabrieken.
In de jaren ’60 van de vorige eeuw sloot vanwege alle malaise in de sector het ene na het andere textielbedrijf, waaronder in 1968 de N. V. Pijnenburg.
De gemeente kocht direct de grond, waarna het gebouw vijf jaar na sluiting in 1973 werd gesloopt.
Steeds probeer ik een beschrijving van een gebouw met ramen van Piet Clijsen te openen met een foto van het desbetreffende gebouw. Na veel gezoek kwam ik een ansichtkaart tegen waarop het oude gebouw van de Weverij Pijnenburg, gesitueerd in de directe omgeving, is te zien. Ik realiseerde me dat ik dat beeld al ergens had gezien. Lang hoefde ik niet te zoeken want Piet Clijsen had het onderdeel gemaakt van het raam.
In 1950 vierde het bedrijf haar honderdjarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan bood het ‘gezamenlijk personeel’ een glas-in-loodraam aan dat uit twee delen bestond: een ging over de huisweverij en het andere de textielindustrie.
Het grote verticale raam toont de kernactiviteiten van de weverij: rondom de figuur van de wever zien we 4 voorstellingen, t.w. bomen: strak op de garenboom opwinden van de kettingdraden; spoelen: klaarmaken van de weefspoel waarvoor de klossen opgewonden worden die in de weefspoelen gezet worden; weven; aan het weefgetouw én afleveren van het product aan de opdrachtgever.
Het brede raam illustreert de kleinschalige huisweverij.
Na de koop van het te slopen bedrijf werden beide ramen in de hal van het gemeentehuis geplaatst. Vervolgens werden ze in 1989 van elkaar gescheiden: dat over de huisweverij werd geschonken aan de Heemkundekring, terwijl het andere deel een plaats kreeg in het Cultureel Centrum Jan van Besouw in Goirle. Omdat het daar niet meer paste is het geschonken aan de heemkundekring en zijn de twee ramen weer verenigd, alhoewel ze in verschillende ruimtes zijn ondergebracht.